Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmateriaal
Papier dat te dun is, een gladde textuur heeft of makkelijk rekt, kan problemen geven bij
doorvoer door de printer.
Papier met een zware textuur of papier dat inkt niet goed absorbeert, kan leiden tot slecht
gevulde tekst en afbeeldingen.
Om te verzekeren dat het afdrukmateriaal juist in de printer wordt ingevoerd, mag u slechts
één soort afdrukmateriaal tegelijk in de invoerlade of de handinvoeren gebruiken.
Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukeld afdrukmateriaal. Wij raden u af om
gegaufreerd papier of papier met uitsparingen, perforaties of een ruwe textuur te gebruiken.
Gebruik bij voorkeur papier dat al eerder goede resultaten heeft geleverd met de printer.
Als u meer dan één pagina op transparanten, fotopapier of ander speciaal papier afdrukt,
houdt de printer op met afdrukken en knippert het doorgaanlichtje nadat elke pagina is
afgedrukt. Hierdoor kan de afgedrukte pagina drogen voordat een nieuwe pagina wordt
afgedrukt. Als u niet wilt wachten totdat de afgedrukte pagina droog is, kunt u de
doorgaanknop indrukken om de volgende pagina af te drukken. Het verdient echter
aanbeveling elke pagina te laten drogen.
Gebruik afdrukmateriaal van HP voor een optimale afdrukkwaliteit. Deze soorten afdrukmateriaal
zijn speciaal voor gebruik met de printer ontworpen. Zie
"Benodigdheden en accessoires van HP"
voor bestelinformatie en onderdeelnummers.
4-2
NLWW