Op kaarten en afdrukmateriaal van klein formaat afdrukken
1
Klap de uitvoerbak op en neem alle afdrukmateriaal uit de invoerlade.
2
Schuif maximaal 60 kaarten of een stapel afdrukmateriaal die niet hoger is dan de
papierbreedtegeleider, met de afdrukzijde naar beneden, langs de rechterzijde van
de invoerlade totdat de stapel niet meer verder kan.
3
Open de papiergeleider voor klein afdrukmateriaal door hem 90 graden naar rechts
te draaien van de start- naar de eindpositie.
4
Druk op de knop boven aan de papierbreedtegeleider en schuif de geleider naar rechts
totdat hij stopt tegen de rand van de kaarten.
5
Druk op de invoerladevergrendeling en schuif de lade in totdat de papiergeleider voor
klein afdrukmateriaal tegen de rand van de kaarten stopt.
6
Klap de uitvoerbak neer.
Als u op dik papier afdrukt (zoals kaarten), kunt u de handinvoer aan de achterkant gebruiken.
Zie
"Afdrukken met de handinvoer aan de voor-of achterkant"
.
2
4
3
1
5
6
NLWW
4-21
7
Windows:
i
Open het printerstuurprogramma (zie
"Een document afdrukken"
).
ii
Klik op het tabblad
Papier/Kwaliteit
.
iii Selecteer het formaat van de kaarten in de keuzelijst
Formaat is
.
Instructies voor het afdrukken op kaarten van aangepast formaat
vindt u in
"Afdrukken op aangepast papierformaat"
.
iv Selecteer de papiersoort in de keuzelijst
Type is
.
v
Wijzig andere gewenste afdrukinstellingen en klik op
OK
.
vi Druk het bestand af.
Macintosh:
i
Klik achtereenvolgens op
Archief
en
Pagina-instelling
.
ii
Selecteer het kaartformaat.
Instructies voor het afdrukken op kaarten van aangepast formaat
vindt u in
"Afdrukken op aangepast papierformaat"
.
iii Klik achtereenvolgens op
Archief
en
.
iv Open het paneel
Papiertype/kwaliteit
.
v
Mac OS 9.1.x en 9.2.x: Selecteer de groep en het type afdrukmateriaal.
Mac OS X (10.1 en hoger): Klik op het tabblad
Papier
en selecteer het type
afdrukmateriaal en de bron.
vi Wijzig andere gewenste afdrukinstellingen en klik op
OK
of
.
Zie
"Afdrukken zonder rand"
als u tot aan de rand van de kaarten wilt afdrukken.
4-22
NLWW